Kennisbank

<< Terug naar het overzicht

Onjuiste of onvolledige informatie

Juridisch framework

Een schadevordering als gevolg van onjuiste, onvolledige of onduidelijke informatie verstrekt door de gemeente kan bij zowel de bestuursrechter als de burgerlijke rechter aanhangig worden gemaakt. Bij welke rechter men moet zijn, zal afhangen van een aantal omstandigheden. Het belangrijkste verschil is dat het vorderen van schadevergoeding bij de bestuursrechter slechts mogelijk is indien het later genomen besluit onrechtmatig blijkt te zijn. Een belangrijk vereiste is dat de burger er daadwerkelijk op mocht vertrouwen dat hij juist werd geïnformeerd door de overheid. Indien de burger enige reden tot twijfel had met betrekking tot de juistheid van de door de overheid verstrekte informatie, kan er geen sprake zijn van onrechtmatige informatieverstrekking. In een dergelijk geval ligt het op de weg van de burger zelf om nader onderzoek te doen naar de juistheid van de ontvangen informatie. Hieronder zal op beide procedures nader worden ingegaan.

Bestuursrechtelijke procedure
Een van de mogelijkheden voor het verhalen van de schade is door middel van een verzoekschriftprocedure bij de bestuursrechter op grond van art. 8:88 lid 1 aanhef en onder b van de Awb. Op grond van dit artikel is de bestuursrechter bevoegd om op verzoek van een belanghebbende een bestuursorgaan te veroordelen tot vergoeding van schade die de belanghebbende lijdt of zal lijden als gevolg van een onrechtmatige handeling ter voorbereiding van een onrechtmatig besluit. Hierbij dient het dus specifiek te gaan om voorbereidingshandelingen die gericht zijn op het te nemen besluit. Concreet kan in een dergelijk geval gedacht worden aan een situatie waarin door de gemeente aan een belanghebbende onjuiste toezeggingen, mededelingen of adviezen worden gegeven. Voor een succesvol beroep op dit artikel is het vereist dat vaststaat dat het genomen besluit volgend op de voorbereidingshandelingen onrechtmatig is. Het is voor de burger dus noodzakelijk rechtsmiddelen aan te wenden tegen een besluit indien dit mogelijk is. Indien vervolgens vast komt te staan dat het besluit onrechtmatig was, is een beroep op grond van art. 8:88 lid 1 sub b Awb mogelijk. Echter, handelingen die zien op de voorbereiding van een rechtmatig besluit kunnen op grond van dit artikel niet door de bestuursrechter worden beoordeeld. Uiteraard dient rekening te worden gehouden met de vraag of de bestuursrechter überhaupt bevoegd is over het verzoek te oordelen. Deze bevoegdheid is opgenomen in art. 8:89 Awb. Over de bevoegdheid van de bestuursrechter is meer te vinden onder het kopje 'Bestuursrechtelijke schadevergoeding'.

Civielrechtelijke procedure
Het geven van onjuiste of onvolledige informatie door de gemeente kan onder bepaalde omstandigheden ook een onrechtmatige overheidsdaad in de zin van art. 6:162 BW opleveren. In tegenstelling tot een dergelijke vordering bij de bestuursrechter, ontbreekt bij de civiele rechter het vereiste van de onrechtmatigheid van het daarop volgende besluit. Echter, ook hier is een vordering op grond van onjuiste of onvolledige informatie in het geval van een rechtmatig besluit niet altijd mogelijk. Dit heeft te maken met de zogenaamde 'formele rechtskracht' dat een besluit kan hebben. Indien de onjuist verstrekte informatie onafhankelijk van het later genomen besluit onrechtmatig is, doet zich geen probleem voor. Echter, indien de onjuist verstrekte informatie dusdanig samenhangt met het later genomen besluit, en dit besluit formele rechtskracht heeft gekregen, zal door de rechter worden geoordeeld dat de verstrekte informatie niet onrechtmatig was. De verdere vereisten voor een geldig beroep op de onrechtmatige daad zijn opgenomen onder het kopje 'Aansprakelijkheid algemeen'. Echter, bijzondere aandacht verdient in dit verband de 'toerekenbaarheid'. Van belang is namelijk dat de onjuist verstrekte informatie niet per se dient te zijn verstrekt door een bestuursorgaan. Ook verstrekte informatie die in het maatschappelijk verkeer geldt als een gedraging van de gemeente kan onder bepaalde omstandigheden aan haar worden toegerekend. Verder is het nog van belang om kort op te merken dat het verstrekken van onjuiste informatie alleen, op zichzelf nog niet automatisch betekent dat de gemeente daadwerkelijk onrechtmatig heeft gehandeld. Hiervoor is vereist dat de burger ook daadwerkelijk in redelijkheid uit had mogen gaan van de juistheid van de door de gemeente verstrekte inlichtingen.

Relevante jurisprudentie

  • HR 25 mei 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW0219
    In deze uitspraak werd door de Hoge Raad een maatstaf geformuleerd aan de hand waarvan de onrechtmatigheid van door de gemeente onjuiste of onvolledige inlichtingen dienen te worden beoordeeld. Dit hangt af van de omstandigheden van het geval. Hierbij gaat het in de eerste plaats om de inhoud van het gedane verzoek en hetgeen de gemeente daaromtrent heeft moeten begrijpen, en de aard en inhoud van de door de gemeente in antwoord daarop gegeven inlichtingen en hetgeen de belanghebbende daaromtrent moest begrijpen. Vereist voor het onrechtmatig zijn van de desbetreffende onjuiste of onvolledige inlichtingen is dat de belanghebbende in de omstandigheden van het desbetreffende geval erop heeft mogen vertrouwen dat hem juiste en volledige inlichtingen met een bepaalde inhoud zijn gegeven. De belanghebbende dient op het verkeerde been te zijn gezet.
     
  • HR 2 februari 1990, ECLI:NL:PHR:1990:AB7898 (Staat/Bolsius)
    De burger die meent het slachtoffer te zijn geworden van onjuiste, door de overheid verstrekte inlichtingen, kan langs twee verschillende wegen regres zoeken. Allereerst kan hij bij de bestuursrechter beroep instellen tegen de beschikking. Daarnaast kan hij ook, uitgaande van de rechtsgeldigheid van de beschikking, bij de burgerlijke rechter op grond van artikel 6:162 BW schadevergoeding vorderen op grond van aan die beschikking voorafgaand optreden, waarvoor de overheid aansprakelijk is.
     
  • HR 7 oktober 1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1474 (Staat/Van Benten)
    De formele rechtskracht van beschikkingen staat niet in de weg aan een vordering, waarbij, uitgaande van de rechtmatigheid van de beschikkingen, de Staat op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk gesteld wordt op grond van het vóór die beschikkingen geven van onjuiste, of onvolledige inlichtingen. Het geven van zulke inlichtingen is namelijk onafhankelijk van de inhoud van die beschikkingen onrechtmatig.
     
  • HR 9 september 2005, ECLI:NL:HR:2005:AT7774 (Kuijpers/Valkenswaard)
    Gegeven inlichtingen die zozeer samenhangen met een beoogd besluit dat zij ten opzichte daarvan een onzelfstandig karakter dragen, worden gedekt door de formele rechtskracht van dat besluit.
     
  • HR 26 november 1999, ECLI:NL:HR:1999:AA3382 (Noord-Brabant/Janse)
    Het feit dat een besluit wordt vernietigd, en dus onrechtmatig was, wil niet automatisch zeggen dat de voorbereidingshandelingen ook onrechtmatig waren.
     
  • HR 20 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV5552 (Fabricom/Staat)
    Deze uitspraak is een handig voorbeeld van een geval waarin de door de gemeente verstrekte inlichtingen een zelfstandig karakter hadden. Omdat de inlichtingen niet zodanig samenhingen met het uiteindelijke besluit, konden deze als onrechtmatig worden gekwalificeerd.
     
  • Rechtbank Rotterdam 21 februari 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:1727
    Uit deze uitspraak bleek dat ontvangen informatie pas als onrechtmatig bestempeld kan worden als de burger er daadwerkelijk op mocht vertrouwen dat hij juist werd geïnformeerd door de overheid. Indien de burger enige reden tot twijfel had met betrekking tot de juistheid van de door de overheid verstrekte informatie, kan er geen sprake zijn van onrechtmatige informatieverstrekking. In een dergelijk geval ligt het op de weg van de burger zelf om nader onderzoek te doen naar de juistheid van de ontvangen informatie.
     
  • HR 6 april 1979 (Reuvers/Zwolle) en HR 25 juni 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL5420 (Gelderland/Vitesse)
    Deze uitspraken zien op de toerekenbaarheid van een bepaald feitelijk handelen door de gemeente. Het verstrekken van onjuiste of onvolledige informatie kan al aan de gemeente worden toegerekend in het geval van een beroep op onrechtmatige daad, indien de verstrekking van deze informatie in het maatschappelijk verkeer gekwalificeerd wordt als een gedraging van de gemeente. De informatie hoeft dus niet daadwerkelijk door de gemeente zelf te zijn verstrekt.

Aandachtspunten

  • Wat betreft de bestuursrechtelijke procedure kunnen alleen belanghebbenden schadevergoeding vorderen. Bij de civielrechtelijke procedure is dit geen vereiste.
  • Het is slechts mogelijk een procedure bij de bestuursrechter aanhangig te maken, indien vast staat dat het besluit volgend op de onjuist verstrekte informatie onrechtmatig is. Bij de civielrechtelijke procedure is dit geen vereiste.
  • Uit de jurisprudentie blijkt dat overheden steeds vaker aansprakelijk gesteld worden voor het verstrekken van onjuiste of onvolledige informatie.
  • Niet alleen onjuist of onvolledig verstrekte informatie door een bestuursorgaan van de gemeente kan op grond van de onrechtmatige daad aan de gemeente worden toegerekend. Ook verstrekte informatie die in het maatschappelijk verkeer gezien kan worden als verstrekt door de gemeente kan haar worden toegerekend. Van belang is dat opgewekt vertrouwen minder snel zal worden toegerekend. Echter, dit is weer wel het geval bij verstrekte informatie.

De inhoud van deze kennisbank is met alle zorgvuldigheid opgesteld. Van belang is echter op te merken dat bij het opstellen hiervan geen volledigheid is beoogd; de gegeven informatie is geen juridisch advies. De juridische beoordeling zal altijd afhangen van de omstandigheden van het geval, waarbij betekenis toekomt aan de specifieke feiten van uw zaak. Het is dan ook van belang er rekening mee te houden dat deze kennisbank slechts een algemene schets is; gebruikers van de website kunnen aan de gegeven informatie dan ook geen rechten ontlenen. Raetsheren en CMS helpen u graag verder bij de beoordeling van uw geschil.

Raetsheren tracht de in deze kennisbank opgenomen wet- en regelgeving actueel te houden. Er dient echter rekening te worden gehouden met het feit dat zich recente ontwikkelingen kunnen voordoen die nog niet in deze kennisbank zijn opgenomen, maar wel invloed kunnen hebben op uw zaak. Hierdoor is het noodzakelijk uw zaak altijd te laten beoordelen door een expert. Raetsheren en CMS helpen u hier graag mee verder.