Algemeen
Het kan in de praktijk voorkomen dat een besluit van een bestuursorgaan wordt vernietigd, ingetrokken en/of wordt herroepen. In beginsel is de onrechtmatigheid van het besluit hiermee gegeven en kan deze onrechtmatigheid aan het desbetreffende bestuursorgaan worden toegerekend. Een partij die schade lijdt door een dergelijk achteraf gebleken onrechtmatig besluit, kan zijn schade op grond van art. 6:162 BW of art. 8:88 lid 1 sub a Awb onder bepaalde omstandigheden op de gemeente verhalen. Daarnaast is het mogelijk de gemeente onder bepaalde omstandigheden aansprakelijk te stellen voor het te laat nemen van een bepaald besluit op grond van art. 8:88 lid 1 sub c Awb of voor onrechtmatige voorbereidingshandelingen op grond van art. 8:88 lid 1 sub b Awb. Van belang is op te merken dat indien een besluit niet wordt vernietigd of herroepen, deze formele rechtskracht krijgt. Dat wil zeggen dat het besluit geacht wordt rechtmatig te zijn. Deze formele rechtskracht geldt ten opzichte van alle bij het besluit betrokken belanghebbenden die geen rechtsmiddelen tegen het besluit hebben aangewend, of waarbij deze rechtsmiddelen geen uitkomst hebben geboden. De formele rechtskracht is echter niet van toepassing op de eerder genoemde 'te late' besluiten van de gemeente. Voor een succesvol beroep op te late besluitvorming van de gemeente dient sprake te zijn van bijkomende omstandigheden. De te late beslissing op zichzelf is niet automatisch onrechtmatig.
Bevoegdheidsverdeling
Sinds 1 juli 2013 is de Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding gedeeltelijk in werking getreden. Hiermee is de bevoegdheidsverdeling van de burgerlijke rechter en de bestuursrechter afgebakend. Deze bevoegdheidsverdeling is te vinden in art. 8:89 Awb. De burgerlijke rechter is bijvoorbeeld exclusief bevoegd ten aanzien van schadeverzoeken op het gebied van de Afdeling bestuursrechtspraak en het College van Beroep voor het Bedrijfsleven. Hierbij gaat het om zaken op het gebied van het ruimtelijke ordeningsrecht, het economisch bestuursrecht en het milieurecht. Voor een complete uitleg van de bevoegdheidsverdeling, zie het kopje 'Bestuursrechtelijke schadevergoeding'.
Besluitenaansprakelijkheid
- Burgerlijke rechter (art. 6:162 BW)
Indien schadevergoeding gevorderd wordt voor een onrechtmatig besluit bij de burgerlijke rechter, dient te worden gekeken of de geleden schade toe te rekenen is aan het bestuursorgaan en of er een causaal verband is tussen het onrechtmatige besluit en de schade. Met het vernietigen, intrekken of herroepen van het besluit, is de onrechtmatigheid gegeven. Deze kan ook aan het bestuursorgaan worden toegerekend. Bij de beoordeling van het causaal verband wordt gekeken naar de vraag of het causaal verband slechts ontbreekt indien in de plaats van (en op het tijdstip van) het onrechtmatige besluit ook een rechtmatig besluit had kunnen worden, en zou zijn, genomen dat naar aard en omvang dezelfde schade zou hebben veroorzaakt. In de praktijk kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het besluit een bouwvergunning af te wijzen in verband met een bestemmingsplan, wat achteraf onrechtmatig blijkt te zijn. De schade die de aanvrager lijdt als gevolg van dit onrechtmatig genomen besluit, kan onder omstandigheden verhaal worden op de gemeente.
- Bestuursrechter (art. 8:88 lid 1 sub a Awb)
Naast het vorderen van schadevergoeding voor een geheel of gedeeltelijk onrechtmatig genomen besluit bij de burgerlijke rechter, is het ook mogelijk dit te doen bij de bestuursrechter. Echter, er gelden een aantal vereisten voor een mogelijke verzoekschriftprocedure bij de bestuursrechter. Deze zijn te vinden onder het kopje 'Bestuursrechtelijke schadevergoeding'. Zo dient er onder andere sprake te zijn van een belanghebbende in de zin van art. 1:2 Awb. Niet-belanghebbenden die schadevergoeding vorderen als gevolg van een onrechtmatig genomen besluit zullen terecht kunnen bij de burgerlijke rechter. De eerder genoemde formele rechtskracht kan aan hen niet worden tegengeworpen. Om te kunnen spreken van een 'onrechtmatig genomen besluit' dient het besluit te zijn vernietigd door de bestuursrechter in het hoger beroep dat dient te zijn ingesteld door de belanghebbende. Onder bepaalde omstandigheden kan echter ook een besluit dat later wordt herroepen of ingetrokken onrechtmatig zijn. Een herroepen besluit is niet per se onrechtmatig.
Indien tegen een besluit geen bezwaar wordt aangetekend of beroep wordt ingesteld, wordt deze onherroepelijk en staat de rechtmatigheid vast. Is een dergelijk bezwaar of beroep door de wederpartij niet tijdig ingediend, kan de gemeente hiervoor niet meer worden aangesproken op grond van onrechtmatige daad.
Ook aan een principebesluit van de gemeente kan vertrouwen worden ontleend en kan daarmee een onrechtmatig besluit opleveren. Rechtbank Rotterdam 21 februari 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:1727
Ook het overschrijden van een beslistermijn kan onder omstandigheden een onrechtmatige overheidsdaad opleveren. Het overschrijden van de termijn alleen is hierbij op zich niet voldoende. Daarvoor zullen bijkomende omstandigheden vereist zijn. Relevante omstandigheden zijn; mate waarin de termijn is overschreden, oorzaken voor de termijnoverschrijding en of bekend was dat een te late beslissing de aanvrager zou schaden. HR 22 oktober 2010, ECLI:NL:HR:2010:BM7040
Wat betreft de besluitaansprakelijkheid is een procedure bij de burgerlijke rechter voor een gemeente gunstiger.
In het bestuursrecht dient teneinde een proces aanhangig te kunnen maken altijd sprake te zijn van een 'procesbelang'. De reden hiervoor is gelegen in de beperkte capaciteit. Processen vanwege principiële redenen voldoen dan bijvoorbeeld ook niet aan dit 'procesbelang'. In het geval van schadevergoeding zal gekeken worden of het aannemelijk is dat er schade geleden is en of er een voldoende aannemelijk causaal verband is tussen deze schade en het onrechtmatig genomen besluit van het bestuursorgaan.
Per 1 juli 2013 wijziging Algemene Wet Bestuursrecht
Per 1 juli 2013 zijn een aantal wijzigingen van de Algemene Wet Bestuursrecht in werking getreden met daarin onder andere, voor zover hier relevant, een deel met betrekking tot onrechtmatige overheidsbesluiten. Met deze wet heeft men een duidelijkere bevoegdheidsverdeling willen bewerkstelligen tussen de burgerlijke- en bestuursrechter met betrekking tot onrechtmatige besluiten.